Bent u op zoek naar een specifiek product? Zoek hieronder en wij controleren direct of wij het gewenste product in onze shop hebben.
Nu voor slechts:
Duit uit de Stad Utrecht, met het jaartal 1739. De voorzijde toont een gekroond stadswapen gehouden door twee leeuwen. De keerzijde toont de naam van de stad en jaartal.
De duit is een Nederlandse koperen munt van geringe waarde die vooral gebruikt is in de 17e en 18e eeuw. De duit is afgeschaft met de decimalisatie van het Nederlandse geldsysteem in 1816. Met het slaan van duiten gaat het gewest Holland in 1573 er voor het eerst toe over koperen munten te slaan, wat tot dan toe ongebruikelijk is, maar spoedig overal in de Nederlanden wordt nagevolgd. Zo zijn er duiten van elk van de ‘Zeven Provinciën’ in omloop geweest.
In de Franstalige gebieden wordt de duit ‘gigot’ genoemd. De duit is vóór de invoering van het decimale stelsel het muntje met de laagste waarde in de Nederlanden. Acht duiten zijn een stuiver waard en dus gaan er (20 maal 8) = 160 duiten in één gulden. Bij de duiten voor de VOC gaan er echter maar 4 in de stuiver, hetgeen smokkel in de hand werkte. Om smokkel door zeelui te voorkomen, wordt voor de VOC een aparte duit geslagen met VOC-monogram, zodat de Nederlandse en Indische duit te onderscheiden zijn. In Nederlands-Indië wordt de duit pas in 1854 afgeschaft als officieel betaalmiddel. De naam van het geldstuk wordt nog lang bewaard in vierduitstuk oftewel de plak, zo genoemd omdat het het grootste bronzen geldstuk van zijn tijd is en die een halve stuiver of 2½ cent waard was. Het spreekwoord 'een duit in het zakje doen' betekent ergens over meepraten, een aanklacht verzwaren of een eigen bijdrage leveren. Letterlijk betekent het de kleinst mogelijke donatie in de collectezak van de kerk.
Deze bijzondere duit wordt geleverd in beschermende capsule en in een gratis linnen zakje t.w.v. € 6,95.
Lees meer...
Lees minder...
Nu voor slechts: